85% van de vrouwelijke parlementsleden in Europa ervaart psychologisch geweld, bijna 60% wordt op sociale media slachtoffer van seksuele/seksistische aanvallen en een derde ervaart seksuele intimidatie en geweld. Ook 40% van de vrouwelijke parlementaire medewerkers kreeg reeds te maken met seksuele intimidatie op de werkvloer. Dat blijkt uit een pas verschenen studie.

Zondag, 25 november, is het de internationale dag tegen geweld op vrouwen en meisjes. In de aanloop naar deze actiedag publiceert de IPU (Inter-Parliamentary Union) een studie over geweld tegen vrouwen in Europese parlementen. We zijn geneigd te denken – of te hopen – dat seksisme en misbruik geen plaats kennen in deze belangrijke instituten, waar onze volksvertegenwoordigers het land op de juiste rails houden.

Niets is minder waar, zo bleek uit het onderzoek van IPU en PACE (Parliamentary Assembly of the Council of Europe) waarbij 123 vrouwen uit 45 Europese landen werden geïnterviewd tussen januari en juni 2018. Het gaat om vrijwillige één-op-één-gesprekken met 81 parlementsleden en 42 parlementaire medewerkers.

Geweld ten aanzien van vrouwelijke parlementsleden tijdens de ambtstermijn

  • 85,2% heeft psychologisch geweld meegemaakt
  • 46,9% ontving reeds doods, geweld- of verkrachtingsbedreigingen
  • 58,2% kreeg op sociale netwerken te maken met foto’s of commentaren die extreem vernederend waren of die een seksuele connotatie hadden
  • 67,9% ontving seksuele of seksistische opmerkingen
  • 24,7% werd slachtoffer van seksuele intimidatie
  • 6,2% getuigde over seksuele agressie
  • 14,8% ervoer fysiek geweld

Opvallend: parlementsleden jonger dan 40 jaar kregen vaker te maken met psychologisch en seksueel geweld, net als parlementsleden die zich actief bezighielden met gendergelijkheid en geweld tegen vrouwen.

De daders waren zowel politieke tegenstanders als collega’s uit de eigen partij en burgers.  De vrouwelijke parlementairen wezen er echter op dat de media zich ook schuldig maken aan het verspreiden van seksuele en seksistische inhoud, en zo vrouwonvriendelijke stereotypen bevestigen. Ze verwezen daarbij naar artikels als “Wie is de meest sexy vertegenwoordigster?” en de Miss Parliament-verkiezingen, waarbij lezers het mooiste vrouwelijke parlementslid verkiezen.

Geweld ten aanzien van vrouwelijke parlementaire medewerkers

  • 40,5% kreeg te maken met seksuele intimidatie op het werk. In 69,2% van de gevallen was de dader een mannelijk parlementslid.
  • 50% ontving seksistische of seksueel getinte opmerkingen. In 61,5% van de gevallen kwamen deze opmerkingen van een mannelijk parlementslid
  • 19,5% werd gepest op het werk, zowel door parlementairen als door collega-medewerkers, meestal mannen maar ook vrouwen.

Geen gevolg

Slechts 23% van de parlementsleden en 6% van de parlementaire medewerkers die reeds seksueel waren lastiggevallen, hadden het voorval aangegeven binnen het parlement zelf of bij de politie. Die cijfers liggen hoger – al gaat het nog steeds om een minderheid – in het geval van fysiek geweld (53,3% van de parlementairen en 33,3% van de medewerkers) en bedreigingen (50% van de vrouwelijke parlementairen). Als reden daarvoor verwezen de vrouwen naar de afwezigheid van een vertrouwens- of melddienst binnen het parlement waarop ze beroep konden doen, anderen trokken de werking van deze diensten in twijfel, nog anderen vreesden de gevolgen van een klacht op hun carrière en imago.

Negatief voor iedereen

Seksisme, intimidatie en geweld tegen vrouwen in parlementen hebben uiteraard een negatief effect op de fysieke en psychische gezondheid van deze mensen. Volgens de studie leidt echter ook de kwaliteit en de efficiëntie van het parlementair werk hieronder, en draagt dus ook het beleid hier de gevolgen van.

Beleidsaanbevelingen

De studie spoort de parlementen dan ook aan om duidelijk te maken dat geweld volledig onaanvaardbaar is, en werk te maken van gepaste begeleiding en vertrouwelijke adviesorganen voor slachtoffers. Ook moet een systeem in het leven worden geroepen waar slachtoffers klacht kunnen indien, verder onderzoek wordt gedaan en daders gesanctioneerd worden. Tot slot moeten alle parlementaire medewerkers opleidingen volgen over de strijd tegen seksisme en geweld op de werkvloer.

Lees de volledige studie hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.