De loonkloof is geen virus

Wachten. Het is waar we dezer dagen met ons allen bedreven in zijn geworden. We wachten op goed nieuws. Op minder besmettingen. Op maatregelen die doel gaan treffen. We wachten op betere tijden.

Vrouwen in het bijzonder zijn het gewend te wachten. In dit land wachtten we véél te lang op stemrecht. Onze zusters in Europese en andere landen waren ons lang vóór. We wachtten lang op faire kansen om aan politiek te kunnen doen. Om in eigen naam een rekening te kunnen openen. Zelfs om onze eigen naam te kunnen doorgeven aan onze kinderen.

In het private leven wachten we ook. Op meer mannen die meer in het huishouden doen. Op beschikbare en betaalbare kinderopvang zodat niet wij – als bij wet bepaald – minstens deeltijds moeten thuis zijn en carrièrekansen moeten laten wachten. Op meer en betaalbare zorg zodat wij ook die taak –onbezoldigd- niet als vanzelfsprekend moeten schouderen.

Maar het tegendeel gebeurt nu. In deze coronacrisis lijkt het wel alsof we met z’n allen terugvallen op ouderwetse rollenpatronen. Als vrouw worden we ook kinderverzorgster, kleuterjuf, lerares, … Voor wie dit kan doen we tegelijk ook nog onze job van thuis uit. De vlotte combinatie tussen werk en privé? Dat is voor later, als de crisis voorbij zal zijn.

Wat niet voor later is, is studeren. Meer dan ooit zijn jonge vrouwen aanwezig in het hoger onderwijs. We doen het er ook beter dan mannen. De job die volgt, is vaak zelfs beter verloond dan die van mannen. Tot daar het goede nieuws. Eens er kinderen komen kijken, begint het wachten opnieuw. De loonkloof opent zich en groeit naarmate de jaren verstrijken. De pensioenkloof is een gapende afgrond die vele vrouwen te wachten staat.

Waar we ook niet op wachtten was wetgevend werk. Onder impuls van zij-kant en parlementairen van sp.a en PS keurde het parlement al in het jaar 2012 de loonkloofwet goed. Met transparantie en openbaarheid zouden we de bedrijven die een ongelijk loon voor hetzelfde werk gaven op betere ideeën brengen. Op de handhaving van de wet wachten we, in tegenstelling tot in IJsland, nog altijd. Daar vliegen discriminerende bedrijven op de bon. Zonder pardon. De premier van IJsland is een vrouw. Laat Wilmès er een voorbeeld aan nemen.

De cijfers zijn wat ze zijn. Nu we een nieuwe en meer accurate becijfering hebben van de loonkloof, blijkt dat het nog erger is dan eerst gedacht. De loonkloof v/m bij de gemiddelde brutojaarlonen van voltijds en deeltijds werkenden samen bedraagt 24% (2017). Concreet wil dat zeggen dat een vrouw in 2017 gemiddeld 27.142,61 euro verdiende, en een man 35.550,44 euro. En dus moeten we wachten tot vandaag, vrijdag 27 maart, om hetzelfde bedrag bij elkaar te harken dat mannen – voor hetzelfde werk – eind december al vergaard hadden.

Wacht eens even? Klopt dat wel, horen we u denken. Jawel. Helaas. En wat méér is, het schiet niet op met het dempen van de kloof. De voorbije vier jaar is er zelfs geen vol procentpunt gedicht. En. Aan. Dit. Tempo. Zullen. We. Dus. Nog. 72. Jaar. Lang. Moeten. Wachten.

Hola, horen we u opnieuw denken. Is daar de vrouw niet zelf voor verantwoordelijk? Kiest ze niet zelf voor deeltijds werk bijvoorbeeld? Ha! Op die vraag zaten we te wachten. Want als je kijkt naar alle werkende vrouwen in dit land, dan werkt maar liefst 44% deeltijds. Bij mannen zijn het maar 11%. Kiezen die vrouwen daar zelf voor? Nou, dat valt lelijk tegen. Een bevraging van de FOD Economie bij de deeltijdwerkers leert dat slechts 8% van de vrouwen geen voltijdse job wénst. Een kwart verwijst naar de zorg voor eigen kinderen of andere afhankelijke personen als reden om deeltijds te werken. Van een écht vrije keuze kan je dus niet spreken.

Uit Europese cijfers weten we intussen ook dat het hebben van kinderen de arbeidsduur van vrouwen negatief beïnvloedt. 38 % van kinderloze Belgische vrouwen werken deeltijds, met één kind is het 41%, met twee kinderen wordt het 45% . Bij mannen gebeurt het omgekeerde. 11% van kinderloze mannen werkt deeltijds, met één kind is dat 8% en met twee 7,5%.

Je kan je afvragen of vrouwen niet beter zouden wachten met kinderen krijgen. Tot aan hun pensioen bijvoorbeeld. Want eerlijk, als twee mensen samen kinderen maken, waarom moet dan enkel de vrouw haar loon, carrière en pensioen on hold zetten?

Wij willen daarom eindelijk een ouderschapsregeling naar Zweeds model. Eentje waarbij beide ouders een derde deel van het –uitgebreid-ouderschapsverlof opnemen en samen over het laatste derde deel beslissen. We willen een verkorte arbeidsduur met loonbehoud en extra aanwervingen. We willen meer en betaalbare kinderopvang, een verplicht op te nemen geboorteverlof voor vaders en tenslotte een correcte handhaving van de loonkloofwet.

We zijn het wachten zat. Niet dat we geen geduld kunnen hebben. Maar er is een verschil tussen geduld hebben met situaties die eenieder moet ondergaan. Zoals de Coronamaatregelen. Die komen er om ons allen te beschermen. Maar met gecreëerde onrechtvaardigheid hoeven we geen geduld te hebben. De loonkloof is geen virus. Het is een kaduuk systeem door mensen gemaakt. Het kan ook door mensen gerepareerd worden. Waar wachten we op?

Inga Verhaert, nationaal voorzitter zij-kant
Vera Claes, nationaal secretaris zij-kant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.