p08_lucie_van_crombrugge_05Wie abortusstrijd zegt, denkt Lucie Van Crombrugge. Vorige week overleed, op 72-jarige leeftijd, deze activiste, feministe en onvermoeibare verdedigster van het zelfbeschikkingsrecht. Tot het einde van haar leven vroeg ze een herziening van de wet, opdat álle vrouwen baas zijn in eigen buik.

We schrijven jaren ’70. Lucie Van Crombrugge is huismoeder. Niemand kan de opvoeding van haar drie kinderen beter in handen nemen dan zijzelf, vindt ze, ook al haalde ze een universitair diploma Geschiedenis. Maar het jeukt: Lucie is een kind van mei ’68. In 1976 gaat ze naar de nationale vrouwendag van het toenmalige Vrouwen Overleg Komitee (VOK). Het thema, ‘De hand die de wieg beweegt, beweegt de wereld niet’, zal blijven hangen. De huismoeder trekt de deur achter zich dicht en gaat naar de Dolle Mina-bijeenkomsten. Zo komt ze ook in contact met het abortuscomité, dat in dezelfde kelder vergadert. De slogan ‘Baas in eigen buik’ wordt ook de hare, wanneer ze op straat komt voor het recht op abortus. In 1983 vraagt het Kollektief Anticonceptie, dat in een gesloten huis in Gent illegaal abortussen uitvoert, om bij hen te komen werken. Zo begint Lucie aan de taak van haar leven: vrouwen helpen.

Kindermoord

Werken voor het Kollektief is geen doorsnee job. In een tijd waarin abortus gelijk staat aan kindermoord, worden dossiers door de bossen naar Nederland gesmokkeld, opdat niets zou kunnen teruggevonden worden. Een terechte vrees: twee maanden na Lucies start bij het Kollektief, valt de BOB binnen. De rijkswachters hadden het huis maandenlang bespioneerd vanuit de nonnenschool aan de overkant en het centrum moet tijdelijk sluiten. Vaak staan er mensen voor het centrum te bidden, liggen er bloemen voor de ‘geaborteerde kinderen’ of hangen er posters aan de deur met bloedende foetussen. Soms gaat het er hardhandig aan toe.

Pro life

Op 3 april 1990 is het dan eindelijk zover: abortus mag, maar enkel in noodsituaties en tot het einde van de twaalfde week zwangerschap. Nadien mag abortus alleen als het leven van de moeder in gevaar is of als de foetus een ernstige afwijking heeft. Een hele overwinning, al blijft het Kollektief, waarvan Lucie in 1996 coördinator wordt, op zijn honger zitten. Abortus blijft immers in het strafrecht staan. Ook de omschrijving  ‘noodsituatie’ wringt: abortus wordt zo nog steeds geproblematiseerd. Lucie zal er steeds op wijzen dat abortus een recht is, een keuze die vrouwen mogen maken als zij dat nodig achten. Dát is immers pro life volgens haar, de rabiate katholieken pleiten eerder voor anti choice. Na alle gesprekken in het centrum weet zij bovendien als geen ander dat geen enkele vrouw lichtzinnig over de beslissing gaat om een zwangerschap af te breken.

Liefdevol nest

Ook krijgt het Kollektief veel vrouwen over de vloer die om verschillende redenen buiten de wettelijke termijn vallen, en die dus moeten doorverwezen worden naar Spanje of Nederland. “Abortus zo vroeg als mogelijk, zo laat als nodig”, heeft Lucie steeds gezegd. Ouderschap kan niet afgedwongen worden. In een interview met de PVDA, waarvoor ze zich ook politiek zal inzetten, laat ze optekenen: “De keuze voor een abortus is voor mij net zo moreel verantwoord als de keuze voor een kind. Mijn ultieme doel is dat ieder kind geboren wordt in een veilig en liefdevol nest. De voorwaarde daarvoor is dat elke vrouw een autonoom beslissingsrecht heeft en de controle over haar eigen reproductief parcours.”

De strijd is nog niet gestreden

In 2014 krijgt Lucie Van Crombrugge een eredoctoraat van de VUB voor haar engagement en concrete hulpverlening aan ongewenst zwangere vrouwen. Ze accepteert het plechtige gebaar, maar dan vooral om een actualisering van de abortuswet op de agenda te zetten. De strijd is immers nog lang niet gestreden, benadrukt ze. Spijtig genoeg zal Lucie nooit het einde van deze strijd mogen meemaken. Aan ons om het werk van deze straffe dame af te maken en te zorgen dat abortus voorgoed uit het strafrecht verdwijnt.

zij-kant vroeg in 2015, naar aanleiding van de 25ste verjaardag van de abortuswet, om een uitbreiding van de wettelijke termijn, het schrappen van de verlichte bedenktijd van zes dagen (waardoor vrouwen soms te dicht bij de grens van de wettelijke termijn komen) en het invoeren van een doorverwijsplicht. Sp.a-kamerleden Karin Jiroflée en Monica De Coninck dienden vorig jaar een resolutie in om de wettelijke termijn te verlengen tot twintig weken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.