Brussel nam in de aanloop naar de lokale verkiezingen van 14 oktober  een voortrekkersrol op door een ordonnantie te stemmen over het v/m-evenwicht in de toekomstige schepencolleges. Daar blijkt nu weinig van in huis te komen.

Volgens een analyse van La Libre Belgique blijken de nieuwe schepencolleges in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest grotendeels niet te voldoen aan de in maart gestemde ordonnantie die een gelijke man-vrouwverdeling moest garanderen. Slechts vijf gemeentes volgen de geest van de wet en tonen een min of meer gelijke balans tussen mannen en vrouwen.

De nieuwe colleges vegen de wet niet aan hun laars, maar kiezen voor de absolute ondergrens. Hoewel de ordonnantie immers genderpariteit beoogt, wordt ook een minimumvereiste meegegeven: maximum twee derde van de schepenen mag van hetzelfde geslacht zijn. En er zijn uitzonderingen voorzien: als een college geen derde vrouwen telt, kan er nog gespeeld worden met het wel of niet meetellen van de OCMW-voorzit(s)ter en de schepen uit de minderheidstaalgroep. Zelfs wie er dan nog niet geraakt, kan aanvoeren dat er niet voldoende vrouwen verkozen zijn geraakt voor een positie in het schepencollege.

Goede en slechte leerlingen

Gelukkig zijn er wel positieve evoluties vast te stellen tegenover de vorige beleidsperiode: Schaarbeek had voordien bijvoorbeeld maar één vrouw in het college op een totaal van tien, vandaag zijn dat er vijf op twaalf.

Oudergem scoort het hoogst met zeven vrouwen op elf. Op de tweede plaats staat Koekelberg (vijf vrouwen op negen), gevolgd door Sint-Lambrechts-Woluwe (zes vrouwen op twaalf), Watermaal-Bosvoorde en Evere (beiden gemeenten tellen vier vrouwen op negen).

Etterbeek onder leiding van burgemeester Vincent De Wolf (MR) scoort het slechtste van alle negentien gemeentes, met drie vrouwen in een college van tien schepenen.

De burgemeesterssjerp kleurt echter mannelijker dan ooit. Slechts één vrouw schopt het tot burgemeester: Cathérine Moureaux (PS) in Molenbeek.

Bron: Bruzz