We willen in elke regering, van het lokale tot het nationale niveau, de pariteit invoeren. Evenveel mannen als vrouwen dus. Met als aanloop een gegarandeerde vertegenwoordiging van 40 procent.

Wie de laatste jaren wel eens televisiereeksen over het politiek bedrijf heeft bekeken, kan er niet omheen: vrouwen grijpen de macht. Of het nu gaat om Brigitte Nyborg die in Borgen prompt op de stoel van de premier gaat zitten, om Claire Underwood die het tot president van de VS schopt in House of Cards of om Daenerys Targaryen die zowat alle tegenstrevers van hun respectievelijke (Game of) tronen stoot: vrouwen maken meer dan ooit aanspraak op de hoogste politieke functies. Dat de personages er al dan niet letterlijk voor over lijken gaan, een kniesoor die erom maalt. Duidelijk is dat kijkers het idee smaken en supporteren voor leading ladies.

De werkelijkheid is anders.
Gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de politiek is een belangrijke voorwaarde voor een evenwichtige besluitvorming. En in theorie hebben vrouwen en mannen sinds 1948 ook dezelfde politieke rechten. Toch moeten we vandaag vaststellen dat de vrouwen in de Belgische politiek nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd zijn en dat hun politieke deelname de laatste jaren niet voldoende sterk is toegenomen, ondanks diverse initiatieven om de paritaire democratie tot stand te brengen.

De voorbije vijf jaren is het aantal vrouwen in de parlementen gestegen in het Vlaams (+ 3%) Waals (+ 5,3%) en Duitstalig (+ 4 %) parlement. In het federaal (=), Brussels (- 3,4 %) en Europees (- 3,2 %) parlement stagneerde de vertegenwoordiging of ging ze achteruit.

Bij de uitvoerende macht zien we dat vrouwen veel minder aan bod komen dan mannen. In de federale regering is de vertegenwoordiging in deze legislatuur met maar liefst 9,4 % gedaald, in de Vlaamse met 11,4% en in de regering van de Franse Gemeenschap met 14,2% . Het federale kernkabinet bestaat zelfs alleen maar uit mannen. Wij die dachten in een vooruitgangsfilosofie te zitten sinds de invoering van de quotawetten in de politiek, zien de laatste jaren dat politieke rechten nooit definitief verworven zijn.

In de parlementen is er dan wel een relatief positieve evolutie te bespeuren, maar daar waar de échte macht zit, in de regeringen, zijn vrouwen in dit land meer uitzondering dan regel. Dit is een huizenhoog verschil met landen als Frankrijk, Zweden, Canada en Slovenië die al in 2017 regeringen hadden met een (om en bij) 50-50 verhouding. België stond in juli 2014 nog op een 15de plaats (binnen de EU) inzake pariteit in regeringen. Na de federale regeringsvorming van oktober 2014, zakte ons land naar een 17de plaats op 28 lidstaten. Ook daarna verslechterde de positie van België. Vandaag staan we (met slechts 21.4%) op een gedeelde 21ste plaats met Letland en Oostenrijk. En als we het aantal vrouwelijke lijsttrekkers tellen die op 26 mei de verkiezingslijsten zullen aanvoeren, dan moet – met uitzondering van sp.a die meer vrouwen dan mannen op de eerste plaatsen heeft – bij alle andere partijen het schaamrood op de wangen komen. Hun bedrukte T-shirts “Ik ben feminist” waarmee sommige partijvoorzitters graag pronken, kunnen ze maar beter in de kast laten. Zij-kant zal hen naar hun concreet engagement vragen om bij de samenstelling van de volgende regeringen wél duidelijk uit de kast te komen als het over de samenstelling van evenwichtige regeringen gaat.

Dat het hier zo traag vooruitgaat is niet alleen beschamend. Het is ook doodjammer omwille van eerdere stappen die wel degelijk gezet zijn om meer genderpariteit te bekomen. Zo was België een voorloper met wetten die een evenwichtige verdeling van vrouwen en mannen in de politiek bevorderden. Denken we maar aan de wet Tobback-Smet van 1994 waarbij quota voor verkiezingslijsten werden ingevoerd. Of aan de aanpassing van de Grondwet in 2002. Toen werd het beginsel van de gelijkheid van mannen en vrouwen opgenomen, gelijke toegang tot verkozen en openbare mandaten en gegarandeerde plaats voor zowel mannen als vrouwen in alle uitvoerende mandaten op alle niveaus. Sinds 2002 is bovendien de man-vrouwverhouding op de kieslijsten 50/50 en wisselen mannelijke en vrouwelijke kandidaten elkaar af op de eerste twee plaatsen op de lijst. Die vooruitstrevende erfenis wordt nu verkwanseld door beleidsmakers die wel praten maar niet presteren wanneer het op gelijkheid aankomt.

En dus vinden wij het hoog tijd om terug het voortouw te nemen. Tijd dat vrouwen aanspraak maken op wat hen toekomt. Om uit de stilstand van de voorbije jaren te geraken, stellen we daarom een nieuwe regeling voor: we willen in elke regering, van het lokale tot het nationale niveau, de pariteit invoeren. Evenveel mannen als vrouwen dus. Met als aanloop een gegarandeerde vertegenwoordiging van 40%.

Te snel? Te verregaand? Welnee. We leven in 2019. Aan onze hogescholen en universiteiten studeren al jaren meer vrouwelijke dan mannelijke studenten. Ze doen het ook bijzonder goed. Vrouwen willen meer en meer carrière maken in sectoren zo divers als de samenleving. De competentie is er. De ambitie is helder: de helft van de macht. Niet meer. Niet minder. Meer vrouwen in en aan het hoofd van regeringen: het is tijd. En het kan. Mits wat durf vanuit het politiek establishment.

 

Inga Verhaert en Vera Claes, voorzitter en nationaal secretaris van de progressieve vrouwenbeweging Zij-kant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.