loonkloof-2017Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen publiceert zijn jaarlijkse loonkloofrapport. De cijfers komen overeen met de bevindingen in ons Equal Pay Day-dossier: vrouwen verdienen maandelijks nog steeds een vijfde minder dan mannen. Het Instituut verwijst daarbij ook naar de rol van deeltijds werk.

Deze week nog bleek dat de genderongelijkheid op de arbeidsmarkt reeds start bij jobstudenten. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg hebben, in samenwerking met de  Algemene Directie Statistiek en het Federaal Planbureau, nu het rapport 2017 over de loonkloof opgesteld. Op basis van de uurlonen bedraagt de loonkloof in België 7,6%, tegenover 8% vorig jaar. Op jaarbasis is de daling nog kleiner, 20,6% tegenover 20,9%. Het verschil tussen de resultaten op uur- en jaarbasis kan verklaard worden door het effect van deeltijds werk.

Deeltijds werk

De grote impact van deeltijds werk zijn we echter vooral bij de loonkloof v/m op basis van de gemiddelde brutomaandlonen van voltijds en deeltijds werkenden samen: deze bedraagt 20%. Daarom viel onze Equal Pay Day dit jaar op 14 maart: vrouwen moeten op jaarbasis een vijfde, ofwel twee maanden en veertien dagen, langer werken om evenveel te verdienen als wat mannen het afgelopen jaar reeds verdienden.

“10 jaar na het eerste officiële rapport over de loonkloof in België werd al een hele weg afgelegd. De loonkloof op basis van de uurlonen bedroeg toen nog 13,6% en die op jaarbasis 25,3%. Er blijven echter nog altijd heel wat hinderpalen bestaan”, benadrukt Liesbet Stevens, adjunct-directrice van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. “Vrouwen worden voor dezelfde job minder betaald, functies waarin veel vrouwen tewerkgesteld zijn, worden typisch minder gewaardeerd en gemiddeld slechter betaald. Bovendien wijst de nog grotere loonkloof in jaarlonen vooral op de nog steeds ongelijke verdeling van zorgtaken in onze maatschappij, waardoor vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen maar ook op de stereotiepe verwachtingen op de arbeidsmarkt zelf en op de segregatie.”

Jan Vanthuyne, directeur-generaal van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: “Alleen een gelijke participatie aan de arbeidsmarkt van mannen en vrouwen kan duurzaam soelaas brengen.  Bij die volledige gendergelijkheid hoort ook het duurzaam doorbreken van de segregaties in het onderwijs en de arbeidsmarkt.”

Enkele cijfers

– In 2014 bedroeg het aandeel vrouwelijke werknemers op de arbeidsmarkt 48,49%, tegenover 48,30% in 2013. Bij de mannen daalde dit percentage van 51,70% in 2013 naar 51,51% in 2014.
– 43,88% van het betaalde werk wordt uitgevoerd door vrouwen en daarvoor krijgen ze 40,89% van de betaalde lonen.
– 24% van de deeltijds werkende vrouwen en 27% van de deeltijds werkende mannen geeft aan geen voltijds werk te vinden, of geen mogelijkheid te hebben om voltijds te werken binnen de huidige job.
– Voor 49% van de deeltijds werkende vrouwen en 23% van de deeltijds werkende mannen is de combinatie met het gezinsleven de belangrijkste reden om deeltijds te werken.
– Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de categorieën lager dan 2.500 euro, terwijl er procentueel meer mannen in de hogere loonschalen vanaf 5.000 euro terechtkomen.
– Bij de bedienden bedroeg de loonkloof 22% en bij arbeiders 19%. Het algemene loonkloofcijfer  van 8% verbergt dus grote verschillen naar statuut.
– In 2014 ontvingen 59% van de mannen en 51% van de vrouwen een terugbetaling voor hun woon-werkverkeer. Mannen ontvingen gemiddeld 484,80 euro terwijl vrouwen gemiddeld 416,88 euro ontvingen. De loonkloof was in 2014 14% voor de terugbetalingen voor woon-werkverkeer.
– Net als in 2013 kregen 12% van de mannen en 9% van de vrouwen een aanvullend pensioen van hun werkgever. Voor mannen werd gemiddeld 800,84 euro bijgedragen, voor vrouwen slechts 503,04 euro, met andere woorden 37% minder.
– Mannen hebben meer dan twee maal meer kans dan vrouwen om aandelenopties te ontvangen van de werkgever. Gemiddeld kregen mannen daarbij opties voor een waarde van 13.043,53 euro, vrouwen voor 7.847,75 euro, wat neerkomt op een kloof van 40%, een toename ten opzichte van 2013.

De cijfers uit het loonkloofrapport 2017 hebben betrekking op het enquêtejaar 2014. De cijfers werden aangeleverd door de Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en het Federaal Planbureau.

Aanbevelingen

Met een loonkloof op uurbasis van bijna 8% zit België ver onder het Europees gemiddelde van 16%. Dit bemoedigende cijfer mag echter de uitdagingen voor de toekomst niet uit het oog doen verliezen. Het rapport vermeldt dan ook een reeks aanbevelingen die aan de bevoegde machtsniveaus zullen worden voorgelegd.

  1. De deelname van vrouwen aan de arbeid verhogen
  2. Het deeltijds werken uit noodzaak terugdringen
  3. De loonkloofwet toepassen en functieclassificaties genderneutraal maken
  4. De toepassing van de loonkloofwet in ondernemingen doelmatiger maken
  5. Ruimere bevoegdheid voor de sociale inspectie inzake discriminatie in ondernemingen
  6. Het verder blijven verwerken van gegevens
  7. Het evenwicht tussen werk en gezin verbeteren voor zowel vrouwen als mannen
  8. De vertegenwoordiging van vrouwen in besluitvormingsorganen binnen bedrijven opdrijven
  9. Segregatie van bij de wortel aanpakken

Equal Pay Day

In ons Equal Pay Day-dossier vind je meer cijfers en de aanbevelingen van zij-kant voor het dichten van de loonkloof v/m. Net zoals het Instituut wijzen we hierbij naar het belang van de concrete uitvoering van de loonkloofwet, het verbeteren van de mogelijkheden voor de combinatie van werk en privéleven, de ontwikkeling van een meer flexibele arbeidsmarkt en de strijd tegen de genderstereotypen en segregatie op de arbeidsmarkt.

Bekijk ons Equal Pay Day-filmpje hier.

Het loonkloofrapport 2017 kan hier geraadpleegd worden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.